Sohier was een van de rijkste inwoners van de stad en hij was kunstliefhebber. Werken van Rubens hingen aan de muren van zijn nieuwe woon- en werkhuis.
Helaas stierven kort na intrek in het vorstelijke onderkomen de twee dochters van Sohier en ook zijn jonge vrouw. Wellicht is dit de reden dat Sohier het pand in 1635 al weer verkocht aan wapenhandelaar Louis de Geer (1587–1652).
Louis de Geer bezat koper- en ijzermijnen in Zweden. Hij was zeer succesvol en trad op als adviseur en geldschieter van de Zweedse koning Gustaaf Adolf. Een buste van de koning boven het zandstenen poortje in de centrale hal van het Huis met de Hoofden herinnert aan de hechte band. De Geer raakte zeer gehecht aan zijn nieuwe woonhuis. Bij testament regelde hij dat het huis in de familie zou blijven.
Vier generaties lang bewoonde de familie De Geer het Huis met de Hoofden. In 1757 werd een Zweedse achterneef eigenaar van het pand. Deze Louis de Geer, heer van Finspong, had minder op met het huis. Bij voorkeur had hij het over “Het Huis met de Koppen” of over “dat koppige huis”. Hij zou er nooit in gaan wonen. Uiteindelijk verkocht zijn zoon het pand in 1779.
De familie De Geer onderhield een bijzondere relatie met de Tsjechische geleerde Jan Amos Comenius (1592-1670). Louis de Geer zorgde ervoor dat Comenius een aanstelling kreeg om het Zweedse onderwijssysteem te hervormen. In 1656 bood zoon Laurens de Geer onderdak aan Comenius aan in Amsterdam. Ironisch is, dat een familie van wapenhandelaren zich juist opwierp als mecenas van een geleerde die vrede predikte en wapens liefst zag omgesmolten tot klokken of muziekinstrumenten. Comenius is bijgezet in het familiegraf van zijn beschermheren, Laurens de Geer, in Naarden.
Als u opmerkingen of aanvullingen hebt op de tekst hierboven, wilt u dan ook het huisnummer erbij vermelden.
Uw e-mail adres wordt alleen maar gebruikt om eventueel op uw opmerkingen te reageren.
Foto's of andere informatie vande panden kun u ook zenden naar info@amsterdamsegrachtenhuizen.info.